Nieuwkomers die een beroepsopleiding volgen bij VDAB hebben meer kans op een job. Dat blijkt uit cijfers van het onderzoeksinstituut Hiva, een onderdeel van de KU Leuven.
Uit de cijfers komt naar voor dat 61,6% van de werkzoekende migranten zes maanden na het afronden van de opleiding aan de slag is. Dat is een pak meer dan de werkzoekende migranten die enkel in contact staan met de VDAB. Daarvan vindt 48% een job binnen de zes maanden.
Dat is opvallend, zeker omdat migranten van de tweede generatie minder succes boeken. Hun kans op werk is na een opleiding lager dan die van nieuwkomers. En ook na stages en gewone begeleiding liggen hun kansen lager dan die van nieuwkomers en autochtone Belgen.
Diploma blijft belangrijk
“Nieuwkomers hebben vaak weinig aan hun buitenlandse diploma. En onze arbeidsmarkt is erg specialistisch en hecht veel belang aan diploma’s. Geen wonder dat beroepsopleidingen voor hen veel rendement opleveren, meer dan stages. Probleem is wel dat vooral sterkere profielen tot de opleidingen worden toegelaten”, verklaren auteurs Peter De Cuyper en Hanne Vandermeerschen in De Standaard. In hun studie zijn enkel nieuwkomers die naar de VDAB gestapt zijn opgenomen. Maar uit eerder onderzoek is gebleken dat lang niet iedereen dat doet.
De onderzoekers zijn zelf ook verbaasd over het feit dat die aanpak minder goed werkt bij migranten van de tweede generatie. “Er is vandaag veel aandacht voor vluchtelingen, maar ook voor die groep zijn nieuwe maatregelen nodig. Zo kan het bijvoorbeeld helpen om hen te leren om sociale netwerken uit te bouwen”, aldus De Cuyper en Vandermeerschen.
Work first
Tot slot blijkt uit dit onderzoek ook dat de work first- filosofie niet altijd de beste is. De VDAB en de overheid willen nieuwkomers zo snel mogelijk aan het werk zien, zelfs als die nog niet zo goed Nederlands spreken. “Voor een bepaalde groep werkt dat, maar zeker niet voor iedereen. Deze cijfers tonen dat een degelijke opleiding meer kans op werk geeft dan leren op de werkplek via bijvoorbeeld een stage. De slinger mag dus niet doorslaan, maatwerk blijft belangrijk”.
