Net zoals in ‘Carrie’ en ‘Doctor Sleep’ draait het in ‘The Institute’ opnieuw om mensen met bijzondere krachten. Maar hoewel de ingrediënten er zijn, blijft het gerecht wat flauw.
De 12-jarige Luke Ellis is een echt wonderkind. Tot hij op een avond wordt ontvoerd en wakker wordt in een vreemd instituut vol andere kinderen met speciale gaven. Denk aan telepathie en telekinese. Ondertussen komt een ex-agent genaamd Tim terecht in een nabijgelegen dorp. En jawel, hun paden zullen elkaar kruisen.
Traag op gang
Stephen King-verfilmingen zijn momenteel alomtegenwoordig. Dit jaar alleen al kregen we ‘The Monkey’ en het verrassend sterke ‘The Life of Chuck’. En er zit nog meer aan te komen. Maar zoals wel vaker: kwantiteit is geen garantie voor kwaliteit. ‘The Institute’, bedacht door Benjamin Cavell, had nochtans potentieel, zeker met zo’n populair boek als basis. Maar een roman vertalen naar tv blijft een lastig kunstje.
De serie telt acht afleveringen, maar komt traag op gang. De twee verhaallijnen – die van Luke en van Tim – verlopen parallel, maar het verhaal raakt moeilijk echt op dreef. De sfeer zweeft ergens tussen ‘Stranger Things’ en ‘The X-Files’, maar echte spanning? Die blijft helaas uit. Grote delen voelen wat leeg aan en missen pit.
Sterke hoofdrolspeler, fijne sfeer
Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Joe Freeman (Luke) steelt de show: grappig, ontroerend en geloofwaardig. Ben Barnes is iets minder indrukwekkend, wat vlak en braafjes. Visueel zit het goed en de sfeer is best intrigerend, maar het knalt nergens echt.
‘The Institute’ ging op 13 juli in première op MGM+ (via Prime Video) en is vanaf 17 juli ook te zien op HBO Max. Acht afleveringen in totaal – hopelijk komt er in de rest nog wat meer vuur in.
Via Streamnews.be
Foto: Youtube